Een angstaanjagende gil doorbreekt de stilte. Vogels vliegen verschrikt op. ‘Het klinkt alsof iemand wordt verkracht,’ fluistert Cat. Haar hart bonkt in haar keel en ze staart naar de overkant van het water, waar het geluid vandaan kwam. Opnieuw klinkt er een hartverscheurende kreet, doordringend en schel. Iemand heeft hulp nodig. En snel.
‘We moeten 112 bellen,’ zegt Naud en haalt zijn mobiel uit zijn zak. ‘Voordat we daar zijn, is het te laat.’ ‘Maar nu hoor ik niets meer,’ reageert Cat. Samen luisteren ze. Vogels zingen, een kikker kwaakt, het Amsterdamse Bos klinkt als altijd: rustig en sereen. Maar onder die bedrieglijke stilte schuilt het besef dat iemand in nood is waarbij iedere minuut telt. Is de vrouw in de bosjes getrokken? Houdt iemand een hand op haar mond? Duwt hij haar jurk omhoog? Voelt hij? Hijgt hij?
Zo snel als ze kunnen wandelen ze naar de plek waar de schreeuw vandaan kwam. Hoe dichter ze de plek naderen hoe sneller Cats hartslag gaat. Net als Naud houdt ze haar mobiel als een wapenstok in haar hand. Na vijf lange minuten zijn ze eindelijk aan de overkant van het water. Op een bankje zitten twee vrouwen. Ze zijn diep in gesprek en zien er niet uit alsof ze ergens door zijn opgeschrikt.
Cat en Naud kijken elkaar aan. Ze kunnen hun schouders ophalen en met een opgelucht hart doorlopen, maar vragen toch of de dames de ijzingwekkende doodskreet ook hebben gehoord. De vrouwen beginnen beschroomd te lachen. ‘Ik coach,’ legt de blonde vrouw uit. ‘Deze uitingen zijn een onderdeel van het coachingstraject.’ ‘Ah,’ zegt Naud geërgerd. ‘En dat moet in een bos waar je anderen de stuipen op het lijf jaagt?’ ‘Nou ja,’ verdedigt de vrouw zich. ’In het bos is het vredig en rustig, een uitstekende locatie voor coaching.’
Zonder nog iets te zeggen keren ze de vrouwen de rug toe. Ze trillen nog na van de schrik. Het bos dat normaal veilig en vertrouwd is, voelt unheimisch aan, alsof er ieder moment mannen op de loer staan en vrouwen de bosjes worden ingetrokken.
Gillen in het bos, kan daar een verbod op komen?
Deze column is geplaatst in het Amstelveens Nieuwsblad.
Meer columns hier.